Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.
Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.
Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.
Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.
Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.
Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.

Ik ga naar de paskamer om kleren uit te trekken, niet om ze te passen.

1